Essays.club - Get Free Essays and Term Papers
Search

Summary Filosofie

Autor:   •  December 12, 2017  •  32,213 Words (129 Pages)  •  798 Views

Page 1 of 129

...

Smith wordt alom genoemd als de vader van de moderne economie. Ook wordt hij beschouwd als een van de grondleggers van het klassieke liberalisme. Hij was van mening dat het nastreven van het eigen individuele belang ook in het grootste maatschappelijk belang zou resulteren. Een vrije markt zou het meeste opleveren voor de maatschappij als geheel. De 'onzichtbare hand' van deze vrije markt zou zorgen voor harmonie en evenwicht.

Modellen binnen de economische wet zijn veel abstracter dan filosofie.

Filosofie omvat een aantal zaken. Een daarvan is het ‘leren denken’. Dit gaat voornamelijk over het denken in woorden, hoe meer woorden er gebruikt worden; hoe meer denkschalen. Dit leren denken valt onder je algemene ontwikkeling: het verbreed je scala en onderscheidt je van de rest.

Tegenwoordig kun je je op algemene ontwikkeling onderscheiden als econoom. Er zijn genoeg mensen die overal wat over te zeggen hebben, maar wanneer je beter algemeen ontwikkeld bent, heb je een streepje voor.

Filosofie denkt in concrete woorden, er is niets vaags aan. Filosofie bestaat uit stellingen.

FilosofenDescartes (17e eeuw) gevlucht uit Frankrijk wegens zijn ideeën.

René Descartes (La Haye en Touraine, 31 maart 1596 – Stockholm, 11 februari 1650), was een Franse filosoof en wiskundige. Ook leverde hij bijdragen aan de natuurkunde en fysiologie. Descartes woonde en werkte 20 jaar in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, waar hij ook zijn belangrijkste werken schreef. Hij was de eerste die de filosofie van Aristoteles niet alleen verwierp, maar ook verving door een eigen levensvatbaar filosofisch systeem, waarmee hij de basis legde voor de 17de-eeuwse stroming van het rationalisme. Hij wordt algemeen beschouwd als de vader van de moderne filosofie. In de wiskunde legde hij de basis voor de analytische meetkunde, de brug tussen de algebra en de meetkunde.

Met zijn stelling Cogito ergo sum (Ik denk, dus ik ben) neemt Descartes een dualistisch standpunt in: hij scheidt de geest van het lichaam. Via allerlei gedachte-experimenten komt hij immers tot de conclusie dat hij er niet zeker van kan zijn dat hij een lichaam heeft, maar wel dat hij een geest heeft. Hij stelt dat men aan letterlijk alles moet twijfelen. Het moet echter, zelfs in al deze twijfel, voor een ieder duidelijk zijn dat men twijfelt en dus dat men denkt; zo kwam hij uiteindelijk bij de stelling: "Cogito ergo sum"; men weet niet waar de geest zich bevindt, maar wel dát die zich ergens bevindt en dus dat de geest bestaat.

In zijn filosofische onderzoekingen stuitte Descartes op de subjectiviteit van de menselijke waarneming (een persoonlijk oordeel). Wat is werkelijkheid, en wat is illusie? De menselijke waarneming bleek zo onbetrouwbaar te zijn, dat aan de werkelijkheid, zoals de mens die waarneemt, kan worden getwijfeld. Wat betwijfeld kan worden, moet worden afgewezen, want bewijsvoering moet plaatsvinden op basis van onbetwijfelbare argumenten. Waaraan volgens hem echter niet getwijfeld kon worden, was het feit dát hij twijfelde. "Cogito ergo sum" is een vaststelling waarover geen discussie mogelijk is. Vanuit deze grondslag bouwde Descartes God en het wereldbeeld op basis van onbetwijfelbare argumenten opnieuw op.

In de filosofie bestaat er geen waarheid. Filosofie kent geen oplossing als in de wiskunde. Zou er wel 1 waarheid zijn, dan zou dit leiden tot dogmatiek (geloofsleer) en tirannie. Op filosofische vragen zijn dan ook vele antwoorden mogelijk.

Denis Diderot: vergeleek de mensopvattingen van 3 filosofen namelijk John Locke (liberalisme en vrije markt), Thomas Hobbes en Jean-Jacques Rousseau (verzet tegen ontwikkeling van de wetenschap). ‘We zijn een slaaf van de resultaten van ons eigen denken’.

Denis Diderot (Langres, 5 oktober[1] 1713 - Parijs, 31 juli 1784) was een Frans schrijver, filosoof en kunstcriticus. Diderot was een prominente persoonlijkheid in wat als De Verlichting bekend zou worden. Zijn vader was een bekend messenmaker, wiens chirurgische instrumenten landelijke faam genoten. Denis was aanvankelijk voorbestemd om kanunnik te worden. Later bleek dat de opleiding tot geestelijke niet voor hem was weggelegd. Zijn overstap naar de literatuur en zijn kritische instelling ten aanzien van geloof, god en kerk betekende ook een breuk met zijn vader. Hij was tussen 1750 en 1776 met D'Alembert redacteur van de beroemde Encyclopédie en schreef zelf ongeveer 6000 van de 72.000 artikelen in die encyclopedie. De encyclopedie kende veel tegenstanders, in 1759 werd de encyclopedie formeel verboden. Het werk ging vanaf die tijd clandestien door. De encyclopedie was door de nadruk op religieuze tolerantie en vrijheid van gedachten, en een democratische geest, een bedreiging voor de aristocratie. In 1773 onderneemt Diderot een journalistieke reis door Holland. Samen met Baruch Spinoza en Pierre Bayle is Diderot de belangrijkste filosoof van de Radicale Verlichting. Diderot was voor de vrijheid van meningsuiting en godsdienst, hierover heeft hij ook enkele boeken geschreven.

Rousseau en Hobbes stonden lijnrecht tegenover elkaar. Zo beschreef Rousseau de mens als van nature goed, terwijl Hobbes juist zei dat de mens van nature slecht is. Men leeft volgens Rousseau op voet van vrede, Hobbes zei dat men op voet van oorlog leeft.

Rousseau is van mening dat wetten en regelgeving en de rede de mens juist bedorven hebben. Volgens Hobbes waren deze juist nodig en hebben ze de mens ‘beter’ gemaakt.

Rousseau groeide op in een omgeving vol met geleerde mensen, terwijl Hobbes tussen de onrust en tumult opgroeide.

Rousseau vond het najagen van rijkdom en macht een slechte zaak. Hobbes had juist een afkeer van God en geestelijkheid.

Precies tussen deze twee heren in staat John Locke.

Een van Diderots uitspraken wordt hedendaags nog herhaald door Johan Cruijff: “ieder voordeel heeft z’n nadeel.”

Volgens Plato en Aristoteles wordt de mens goed door te leren - oefenen in wijsheid.

Stellingen in de filosofie fungeren als vooronderstellingen in de wetenschap.

Ontstaan van de vrije markt

De vrije markt is ontstaan toen de arbeider ontdaan werd van zijn eigen productiemiddelen en deze in handen kwamen van de staat. Dit leidde tot massaproductie, wat op zijn beurt weer globalisering tot gevolg had: een mondiaal en maatschappelijk productieproces.

De grootste tegenstelling in de vrije markt (Adam

...

Download:   txt (208.3 Kb)   pdf (292.4 Kb)   docx (674.1 Kb)  
Continue for 128 more pages »
Only available on Essays.club